Stroomhalsbanden vanaf 2027 verboden in Vlaanderen

Stroomhalsbanden met een afstandsbediening en stroomhalsbanden die honden afstraffen voor blaffen zullen vanaf 1 januari 2027 verboden zijn in Vlaanderen. Vlaams minister voor Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) heeft daarvoor een uitdoofscenario vastgelegd. "We nemen opnieuw afscheid van een achterhaalde praktijk", zegt Weyts. "Een huisdier is een deel van je gezin en een gezinslid geef je geen elektrische schok bij een natuurlijke reflex of gewoon omdat je op een knop drukt."

In de overgangsperiode tot 2027 kunnen instanties die stroomhalsbanden gebruiken bij het opleiden van dieren overschakelen naar diervriendelijke alternatieven. Er zijn voldoende van die alternatieven. "Specialisten denken al lang niet meer dat je dieren alleen maar kan opleiden of kan corrigeren met agressieve aversietechnieken", klinkt het dinsdag in een persbericht. "De wetenschappelijke literatuur waarschuwt juist veel meer voor de mogelijk negatieve gevolgen van trainingsmethodes die uitgaan van bestraffing."

Met stroomhalsbanden kunnen baasjes via een druk op de knop een elektrische schok toedienen aan een hond of kat, of een hond die blaft afstraffen. Het leger en de politie gebruiken deze banden vaak om dieren af te richten, en bepaalde gedragstherapeuten hebben zich tegen de maatregel verzet: ze beweerden dat de banden noodzakelijke instrumenten zijn voor hen. Uit een bevraging door de Raad voor Dierenwelzijn leerde echter dat een grote meerderheid van de gedragstherapeuten geen graten ziet in een verbod van de banden. Er komt dus geen uitzondering voor leger, politie of therapeuten.

Halsbanden ingesteld op onzichtbare omheining toegelaten

Halsbanden die ingesteld zijn op een onzichtbare omheining blijven toegelaten. Bij dit soort halsbanden voelt het dier alleen iets wanneer een bekende begrenzing overschreden wordt. Het dier kan met andere woorden zelf elke schok vermijden door eenvoudigweg binnen de begrenzing te blijven. Dit in tegenstelling tot trainingshalsbanden en antiblafhalsbanden, waar het gaat om een natuurlijke reflex en waar de controle helemaal niet bij het dier zelf ligt.

Weyts wijst erop dat Vlaanderen sinds 2014 verschillende praktijken, zoals onverdoofd slachten, blokstaarten zonder medische noodzaak en pelsdierkweek heeft afgevoerd.

 


Politie nieuws!  voor alle hondenliefhebbers .

Vanaf 1 mei worden alle contactgegevens op de chips van huisdieren automatisch anoniem, waardoor het veel moeilijker wordt om hun baasje te vinden. Dierenartsen roepen eigenaars op om hun gegevens openbaar te maken. Momenteel kan iedereen met een chiplezer het chipnummer van bijvoorbeeld een hond of kat achterhalen en zo op de websites dogid.be en catid.be zien wie de eigenaar is. Je vindt er bijvoorbeeld het adres, e-mailadres en telefoonnummer van het baasje. Op die manier kun je snel de eigenaar van een gechipt dier contacteren als dat weggelopen is. Maar daar komt op 1 mei dus verandering in. Honden chippen: hoe was de situatie vroeger? Sinds 1998 is elke hond in België verplicht gechipt. De chip wordt geplaatst door een dierenarts, die de gegevens doorgeeft aan een centrale databank. Daarin wordt elk uniek chipnummer gekoppeld aan een hond die het nummer zijn leven lang behoudt. Bij elke hond hoort ook een eigenaar, maar die kan wijzigen tijdens het leven van de viervoeter. Dan moeten de gegevens in de database aangepast worden. Tot op heden is de eigenaar zelf verantwoordelijk om zijn gegevens aan te passen wanneer hij bijvoorbeeld verhuist. En dat is jammer, want daar denk je niet altijd aan in het heetst van de verhuisstrijd. De gevolgen zijn groot, wanneer je hond per ongeluk ontsnapt, verloren loopt of wegloopt bij een ongeval. Eén op de vijf gevonden huisdieren moet op zoek naar een nieuw baasje omdat de gegevens op de chip niet kloppen! Hoog tijd dus dat daar iets aan gedaan wordt. Rijksregister is altijd up-to-date Daarom kan je vanaf nu je rijksregisternummer koppelen aan de chip van je hond (voor nieuwe honden gebeurt dat al sinds 2020). En dat is goed nieuws, want in het rijksregister staan altijd je meest recente adresgegevens genoteerd. Wanneer je je verhuis vergeet door te geven aan dogID,  kan men via je rijksregisternummer toch achterhalen waar je op elk moment woont. Privacy-wet beschermt jouw gegevens Het probleem is dat de gegevens uit het rijksregister niet zomaar bekend mogen worden gemaakt. De vele vrijwilligersorganisaties die zich het lot van verloren gelopen dieren aantrekken, zullen geen toegang meer krijgen tot die belangrijke informatie. En zelfs wanneer je een gevonden dier aanmeldt bij een dierenartsenpraktijk in je buurt, bestaat de kans dat de dierenartsassistente je niet kan verder helpen omdat de bevoegde dierenarts op huisbezoek is. Daarom wordt het vanaf mei moeilijker om snel een dier weer aan zijn eigenaar te koppelen, tenzij je uitdrukkelijk toestemming geeft om de gegevens van je hond openbaar te maken.

Hoe maak je de gegevens van je hond openbaar? Dat kan eenvoudig via de website van dogID. Geef het chipnummer van je hond in (dat vind je in zijn paspoort onder de barcode die op de sticker bij ‘identificatie’ staat) en druk op ‘zoek jouw hond’. Via ‘meer acties’ kan je je rijksregisternummer koppelen aan de chip van je hond. Daarvoor heb je je elektronische identiteitskaart, je pincode en een eID-kaartlezer nodig.

Wanneer je rijksregister gekoppeld is, moet je alleen nog het vakje ‘publiek’ aanvinken zodat iedereen met een chiplezer je gegevens kan raadplegen. Lukt het niet? Dan kan je dierenarts de registratie ook in orde brengen. Kan iedereen nu zomaar mijn adres online vinden? Gelukkig niet! Je gegevens zitten in de database, maar alleen mensen die het chipnummer van je hond hebben, krijgen toegang tot jouw gegevens. En dat is meestal alleen je dierenarts. Soms moet je ook je chipnummer opgeven wanneer je deelneemt aan wedstrijden of shows, maar die organisaties vragen meestal sowieso ook je adres- en contactgegevens. Het belangrijkste is: wanneer je hond vermist raakt en iemand laat zijn chip uitlezen, krijgt die meteen alle informatie om de hond zo snel mogelijk bij jou terug te brengen.

 


Waarschuwing voor iedereen met een hond!

De eerste grasaren( mouwkruipers) zijn al weer gespot! Over een aantal weken zie je er een explosie van! Deze grasaartjes zitten eerst als een kluwen bij elkaar en als ze verdrogen valt dit plantje " uit elkaar".

Deze kleine grasaartjes kleven vast aan de vacht van je hond als deze er doorheen loopt! Er zitten weerhaakjes aan waardoor dit plantje maar één kant uit kan, namelijk de huid in van je hond!

Dit kan hele gemene fistels veroorzaken. De grasaar kan heel wat schade aanrichten. Ze kunnen zelfs in een oog en een oor terecht komen, met alle gevolgen van dien.

Heeft je hond een verdikking op zijn poot of teen, klappert je hond overdreven met zijn kop en zie je dat je hond knijpt met een oog, twijfel niet en ga naar je dierenarts!

Zo kan de schade beperkt blijven voor je lieve viervoeter.



Let op bij hittegolf: Ken uw hond


Elke hond is anders en wat een hond stressvol vindt, is aan hem, zelfs als het iets is waarvan wij denken dat het niet stressvol of eng is. Sommige van die dingen kunnen zijn :

1) Drukte

2) Harde geluiden (zoals onweer, vuurwerk, een achteruitslaande auto, enz.)

3) Interactie met kinderen.

4) Vreemden die aan de deur of in huis komen (bv. pakjes bezorger).

5) Zich in het nauw gedreven voelen.

6) Oren die worden schoon gemaakt of nagels geknipt.

7) Een speeltje wat is weggehaalt.

Geblaf door een andere hond.

9) Een nieuw huisdier in huis.

10) Bezoekers die in het huis verblijven (families of vrienden op vakantie)

11) Het rijden in de auto.

12) Naar een nieuwe plek gaan (of ergens met negatieve associaties, zoals de dierenarts)

13) Een gezins/familielid gaat tijdelijk weg (bv. door ziekenhuisopname of werk)

14) Een verandering in de normale dagelijkse routine

15) Pijn of ziekte en nog een hele reeks andere evenementen


Loopsheid bij teven:

De loopsheid is de vruchtbare periode van de teef. Deze periode herken je doordat het geslachtsdeel van je hond meer is opgezwollen als normaal en de teef hieruit druppeltjes bloed verliest. Tijdens deze periode kan ze gedekt worden. Een teef is over het algemeen twee keer per jaar loops. Dit uit zich door een lichte bloeding. De meeste teven houden zichzelf goed schoon. De eerste loopsheid treed op in de periode tussen de 7e en de 15e maand. Daarna meestal regelmatig om de 6 maanden. Je kan het tijdstip het beste even bijhouden, zodat je op voorhand ongeveer kunt berekenen wanneer je teef loops gaat worden.
Tijdens de loopsheid, die ongeveer 3 weken duurt, moet je je teef goed in de gaten houden, zodat ze niet kan ontsnappen en er een ongewenste dekking tot stand komt. Laat haar dus gedurende deze tijd altijd aan de lijn lopen. Ook niet los in je tuin om haar uit te laten rennen, want een dekking is gebeurd voordat je er erg in hebt. (En de reu van de buurman kan snel ontsnapt zijn)
Als de loopsheid voorbij is kan je je teef best helemaal in bad doen, zodat de geur van de loopsheid verdwijnt en de reuen niet meer lastig doen. Natuurlijk moet je niet vergeten ook het kussen of de mat waar je teef op ligt of slaapt en de mand na de loopsheid grondig te poetsen. Wat de reu betreft heb je er alleen maar last van dat de reu soms vervelend kan doen door te zitten piepen en/of jammeren omdat er loopse teven in de buurt zijn. De ene reu heeft hier meer last van dan de andere. Vooral als de reu eens een keer een loopse teef heeft gedekt, dan wil het nog weleens voorkomen dat hij de smaak te pakken krijgt en constant op zoek is naar loopse teven.

De eerste keer loops:

 De eerste loopsheid treedt op tussen de 6-18 maanden leeftijd.Hoe groter de hond, hoe later de  

 loopsheid  begint. Indien in huis meerdere teven aanwezig zijn, wordt een jong teefje meestal pas de eerste  

 keer loops als zij ca. 14 maanden is.
 Verschijnselen bij loopsheid:

   De vulva zwelt op.

  • De reuen raken erg geïnteresserd in de teef (wat de teef niet altijd even leuk vindt)
  • Na enkele dagen begint de teef te vloeien (= 1ste dag van de loopsheid, de pro-oestrus). Deze uitvloeiing is in het begin bloederig en gaat later over in een bruin waterige uitvloeiing.
    • Tussen de 9e-12de dag van de loopsheid is de hond vruchtbaar, de oestrus: is de periode waarin ze kan drachtig worden. In deze periode worden reuen niet meer door de teef weggejaagd. De teef probeert zelfs te ontsnappen om op zoek te gaan naar de reu !
    • Na de vruchtbare periode gaat de uivloeiing stoppen, de vulva gaat weer slinken en de teef snauwt weer de reuen af: de metoestrus is begonnen.
    • 3 weken na het begin van de loopsheid stopt de loopsheid, de metoestrus is beëindigd. Tijdens de loopsheid zwelt de baarmoeder (uterus) op, ook de bloedvaten van de baarmoeder zwellen op. Pas 8-10 weken na het einde van de loopsheid is de baarmoeder weer tot rust gekomen. Soms treedt er dan nog wat taaie melkachtige uitvloeiing uit de baarmoedermond op gedurende 1 a 2 dagen.
    • Wanneer wordt mijn teef loops?
    • Een teef wordt voor de eerste keer loops tussen de 5-18 maanden leeftijd. Wanneer ze voor het eerst loops wordt hangt van veel factoren af: De grootte. Hoe groter een hond wordt, hoe later ze loops wordt.
      • Erfelijkheid: De fokker kan vaak goed vertellen wanneer uw teef voor het eerst loops wordt.
      • Als er een loopse teef bij u in huis of in de buurt is stimuleert dat uw teef om ook loops te worden .
      • De eerste loopsheid kan normaal verlopen maar kan ook kort duren of juist erg lang. Het vloeien kan praktisch afwezig zijn of juist heel erg heftig. Honden worden om de 5-8 maanden loops, dit kan steeds b.v. om de 6 maanden zijn maar kan ook voortdurend veranderen.
        De ongewenste dekking.
      • Het kan gebeuren dat je hond op de een of andere manier gedekt wordt. Teven zijn erg vindingrijk om te ontsnappen of er kan een reu bij jou over de schutting klimmen. Ook al hebben ze niet "vastgezeten", er is een behoorlijke kans dat uw hond gedekt is en dus ook bevrucht. Of je hond gedekt is, is nooit met 100% zekerheid vast te stellen. Ten laatste, heeft er toch een ongewenste dekking bij de teef plaatsgehad, dan kan je het beste onmiddellijk contact opnemen met je dierenarts. De teef kan dan een kuur krijgen waardoor de eventuele bevruchting wordt afgebroken. Je teef wordt daarna wel weer opnieuw loops, maar dat is beter dan ongewenste puppies.
        Om te verkomen dat je hond drachtig wordt bestaat er de zogenaamde "morning after prik". Deze morning after prik dient op de 3-de en 5-de dag na de dekking gegeven worden.
        Schijndracht:
      • Een regelmatig voorkomend verschijnsel bij teven is de zogeheten schijndracht. De teef gedraagt zich in die periode alsof ze een nestje heeft. Ze sleept allerlei dingen naar haar mand en doet alsof dit puppy's zijn. De melkklieren zwellen op en er kan sprake zijn van melkproductie. Soms vertoont de teef agressief gedrag tegenover andere dieren of mensen, alsof ze haar jongen moet verdedigen.

        Schijndracht treedt meestal twee maanden na de loopsheid op en kan een aantal weken duren. Wanneer het één keer is voorgekomen, komt het daarna in veel gevallen na iedere loopsheid terug. Wanneer je hond er veel last van heeft, is sterilisatie de beste oplossing. Een steeds terugkerende schijnzwangerschap vergroot namelijk ook de kans op aandoeningen van de melkklieren of de baarmoeder. Op korte termijn kan een hormoon­behandeling de oplossing zijn. Ook zijn in een aantal gevallen homeopathische middelen te gebruiken.

        Wanneer de melkklieren erg zijn opgezwollen, kan het deppen met kamferspiritus verlichting geven (maar raadpleeg eerst je dierenarts). Zorg er vooral voor dat je hond voldoende afleiding en extra beweging krijgt.

 



Producten tegen teken en vlooien

Veel eigenaren van honden en katten krijgen bij dierenarts geen bijsluiter mee
van teken- en vlooienmiddelen , terwijl dit wel degelijk wettelijk verplicht is

Angst voor enge beestjes verkoopt Mede door de abnormaal hoge temperaturen van de afgelopen winter, zijn er al weer de eerste meldingen van activiteit van teken. Dierenartsen, dierenwinkels en online winkels zijn zeer actief in het promoten van (giftige) teken- en vlooienmiddelen, omdat dit een aantrekkelijke extra bron van inkomsten is. En angst voor enge beestjes verkoopt nu eenmaal.

Teken en vlooienmiddelen - gifstoffen met ernstige bijwerkingen
Dat deze middelen echter helemaal niet zo onschuldig zijn als wel wordt gedacht (en zelfs door dierenartsen wordt beweerd), blijkt wel uit de serieuze bijwerkingen die een groot aantal diereneigenaren ervaren wanneer ze deze middelen bij hun viervoeter toepassen. Bloed braken, bloederige ontlasting, verlies van eetlust, misselijkheid, lusteloosheid, vergiftigingsverschijnselen, epileptische aanvallen, leverfalen, nierfalen, maag-darmontstekingen, inwendige bloedingen, veranderde bloedwaarden, en talloze andere bijwerkingen worden gemeld. Zelfs het overlijden van het huisdier wordt regelmatig gemeld. Een aantal merken teken- en vlooienmiddelen waarvan eigenaren ernstige bijwerkingen melden zijn: Bravecto, Nexgard, Simparica, Credelio, Easecto, Comfortis, Vectra 3D enzovoort....

Bloederige diarree als gevolg van darmbloedingen. Eén van de vele bijwerkingen die gemeld worden na gebruik van teken- en vlooienmiddelen die zijn gebaseerd op het vergiftigen van de teek of vlo.

Dierenarts Karin de Haas: Veel te weinig bijwerkingen worden gemeld
Feit is dat veel dierenartsen ontkennen dat deze middelen, die vreemd genoeg bij het Europees Medicijnen Agentschap geregistreerd staan als “medicatie”, zulke ernstige bijwerkingen kunnen hebben. Eigenaren worden bij klachten over deze middelen vaak niet serieus genomen, en het komt regelmatig voor dat men ‘met een kluitje in het riet' wordt gestuurd.
Karin de Haas, dierenarts, erkent wel dat dit een groot probleem is. Zij vertelde in de TV-uitzending van RADAR over het omstreden teken- en vlooienmiddel Bravecto: “Je krijgt een hond op het spreekuur, en je ziet iets, wat misschien door een geneesmiddel veroorzaakt is. Ik bel ook het bureau voor registratie diergeneesmiddelen niet, ik geef de eigenaar ook niet de opdracht de bijwerking daar te gaan melden.” En ze vervolgt: “Er wordt veel te weinig geregistreerd, er wordt veel te weinig gemeld.”
Misselijkheid en braken, één van de vele gemelde bijwerkingen van teken- en vlooienmiddelen.Maar zijn die bijwerkingen wel zo 'onschuldig' als door dierenartsen wordt gesuggereerd?


EMA geeft toe: "Onderrapportage inderdaad groot probleem"Het Europees Medicijnen Agentschap (EMA) in Amsterdam, dat verantwoordelijk is voor de registratie van gemelde bijwerkingen, geeft in reactie op kritische vragen van een groep hondenbezitters (op 4 oktober 2019 is een lijst met dringende vragen, samen met 100.000 handtekeningen, aangeboden aan het EMA) aan dat “onderrapportage” inderdaad een groot probleem is. De hondenbezitters benadrukten dat dierenartsen vaak bijwerkingen ontkennen, en daarom ook weigeren mee te werken aan het melden bij de autoriteiten.


Het EMA reageerde in hun schrijven als antwoord: "Om de continue controle van toegelaten geneesmiddelen mogelijk te maken, is het belangrijk dat dierenartsen vermoedelijke ongewenste gebeurtenissen (bijwerkingen) van geneesmiddelen melden. Gezien uw negatieve ervaringen in dit opzicht, zal de EMA uw bezorgdheid onder de aandacht brengen van de Federatie van Dierenartsen van Europa (FVE)".


Gemelde bijwerkingen onterecht afgedaan als "niet gerelateerd"
Of het EMA de klachten van diereneigenaren daadwerkelijk serieus neemt, is nog maar de vraag. Wij hebben diverse officiële EMA-rapporten van bijwerkingen bestudeerd. Veel van de daarin beschreven gemelde bijwerkingen worden (onterecht) afgedaan als "niet gerelateerd aan", of met "niet voldoende gegevens beschikbaar". En zo verdwijnen diverse meldingen van serieuze bijwerkingen wellicht - al dan niet bewust - in de doofpot, en blijft het percentage bijwerkingen voor de farmaceutische fabrikanten 'comfortabel laag'..... Interessant om te beseffen is dat meer dan 85 % van de inkomsten van het EMA worden betaald door de farmaceutische bedrijven. Voor ieder toegelaten medicijn ontvangt de organisatie geld. Beide partijen hebben er dus alle belang bij dat een medicatie c.q. teken- en vlooienmiddel op de markt blijft.